Openbaar vervoer. Het is fijn dat het er is, maar het is inmiddels een noodzakelijk kwaad. Reizen met het openbaar vervoer is op zijn best wel oké. Toch is dat niet altijd zo geweest. Vroeger kon het reizen met trein of bus een waar feestje zijn. Wat maakte het reizen toen zo leuk?
1. Persoonlijk contact
Vroeger had je nog persoonlijk contact met de chauffeur of conducteur. Je moest je OV kaart laten zien, je strippenkaart laten stempelen of een gaatje in je kaartje laten knippen. Als je vaak dezelfde route reed werd de buschauffeur zelfs bijna een goede kennis. Nu zie je de chauffeur vaak niet eens meer als je bezig bent met je OV-chip…
2. Strippenkaart
Hij is nog niet zo heel lang weg, maar laten we eerlijk zijn. Als je je bij een halte verveelde kon je altijd nog uitzoeken hoeveel strippen je ritje ging kosten. Dat was altijd een heel (onlogisch) gedoe. En moest je dan de roze of de blauwe hebben?
Nou, vooruit, die strippenkaart missen we misschien niet zo heel erg.
3. Koffiekarretje op het perron
Een reis met de trein kon best spannend zijn. Het begon al op het perron. Als jij in de trein zat te wachten kwam daar een karretje met allemaal lekkers langs. Het was altijd spannend: was het karretje wel op tijd bij jou en reed de trein niet weg als je al wel betaald had, maar nog niets ontvangen?
4. Koffiekarretje in de trein
Later kwamen ze in de trein langs met de koffie. Dat was voordat de treinen zo vol waren dat er onmogelijk nog een karretje langs kon. Op dat karretje lag altijd van alles om je reis aangenaam te maken. Steeds als de deur van een coupé openging hoopte je op het koffiekarretje. Met daarachter altijd een glimlachende, vrolijke man of vrouw van de NS.
5. Zitplaatsen in het openbaar vervoer
Vroeger kon je nog heerlijk zitten in de trein. Natuurlijk, hij was wel eens vol, maar dat was meer uitzondering dan regel. Als je mazzel had, had je soms wel eens zo’n zespersoons coupéhokje helemaal voor jezelf alleen. Schuifdeur dicht en een ontspannen reis kon beginnen. Maar bij elk station was het wel even spannend: kwam er iemand bij je zitten?
6. Voorbij glijdend landschap
Het is nu bijna niet meer voor te stellen, maar vroeger keek je niet op je telefoonscherm, maar gewoon naar buiten tijdens de reis. Daar gleden oer-Hollandse landschappen aan je voorbij. Natuurlijk had je wel je walkman op. Muziek is van alle tijden.
7. Lezen voor de lijst
Omdat je vaak nog wel kon zitten, was een lange reis ideaal om even een deel van je verplichte boekenlijst weg te werken. Weggedoken in je hoekje kwam je zo al snel een stuk verder.